- losmaken
- {{losmaken}}{{/term}}1 [maken dat iets/iemand los wordt] release, set free ⇒ untie 〈knoop in touw〉2 [minder samenhangend maken] loosen (up) ⇒ rake 〈grond〉3 [ter beschikking weten te krijgen] get hold of ⇒ extract, obtain4 [oproepen, te voorschijn brengen] stir up 〈interesse〉♦voorbeelden:1 de hond losmaken • unleash the dogeen knoop losmaken • untie a knot, undo a buttonzich losmaken van iets/iemand • break away from/extricate oneself from something/someone3 geld losmaken • extract/obtain money4 die tv-film heeft een hoop losgemaakt • that TV film has created quite a stir
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.